'Voor innovatie moet je niet uit hetzelfde hout zijn gesneden'

Stuur ons een bericht


We proberen binnen 2 werkdagen te reageren.
Verder gelden deze spelregels.
Annuleren
? Contact
11-12-2023

Zonder inclusie geen innovatie binnen bedrijven en zonder innovatie geen bestaansrecht, zegt hoogleraar ondernemend innoveren Frido Smulders. ‘Of iemand een moslima is of uit de LHBTQ+-gemeenschap komt, vind ik volstrekt oninteressant. Als ze maar complementaire kennis en gedrag meenemen.’

 

Allereerst: zeg maar ‘jij’ en geen ‘u’, aldus hoogleraar innovatie Frido Smulders. ‘Want daar begint inclusie mee. Dat je geen afstand schept.’ Bij de Technische Universiteit Delft onderzoekt hij het gedrag van startups en van industrieel ontwerpers, om in kaart brengen wat de fundamentele elementen van innovatie zijn. Want, pfff, innovatie. Dat is een lastig begrip, al houdt Smulders zich daar al dertig jaar mee bezig, als professor en consultant binnen met name grote ondernemingen. Zelf hielp hij als aankomend ingenieur mee het superdunne maar stevige aluminium GLARE te ontwikkelen, dat nu wordt gebruikt in onder meer de romp van de Airbus-A380. ‘Innovatie vind ik een verkeerd woord. Innoveren als werkwoord is beter. Het gaat om een sociaal proces waarin we samen iets nieuws ontwikkelen – of het nou gaat om een nieuw product, dienst, werkproces of bedrijf. Cruciaal is dat het nieuwe daadwerkelijk in gebruik wordt genomen in de omgeving waarvoor of voor wie het is bedoeld. Anders blijft het gewoon bij een leuk idee of een niet-gebruikt ict-systeem.’

Chips, schoenen en... GoogleWist je dat heel veel uitvindingen en innovaties zijn bedacht door mensen met een migratie-achtergrond? Wij hebben er 9 voor je op een rijtje gezet.

Wat vindt u zelf een innovatief bedrijf?

‘DSM (nu DSM-Firmenich) omdat dat op een knappe manier continu bochten maakt om zichzelf te vernieuwen. Dat proces kost wat en is niet pijnloos. Toen DSM de mijnen sloot, werden bijvoorbeeld ontzettend veel mensen ontslagen. Vervolgens maakte het bedrijf bulkplastics, van daaruit verplaatsten ze zich naar hoogwaardige kunststoffen, en nu zijn ze actief in de specialty foods, in vitamines en voedingssupplementen. Elk bedrijf dat lang blijft bestaan (DSM bestaat nu 121 jaar, red.) noem ik innovatief.’ Het mooie van innoveren is dat het per definitie een inclusief proces is, of dat zou móeten zijn. ‘Mensen die samen iets nieuws bedenken zijn idealiter niet hetzelfde. Ze nemen juist verschillende perspectieven mee, nieuw gedachtengoed, verschillende stukken kennis en complementair gedrag. Dan heeft innoveren de meeste kans op slagen.’

 

'Mensen die samen iets nieuws bedenken zijn idealiter niet hetzelfde'

 

Waterstofauto

Neem de ontwikkeling van een nieuw vliegtuig, of wacht, een waterstofauto, of nee: de nieuwe generatie windmolens in de Noordzee. ‘Veel nieuwe kennis is bijeengebracht om die windmolens te maken. Nieuwe kennis over aerodynamica, over windstromingen en de zeebodem. Je hebt nieuwe materialen nodig voor de wieken, een nieuw energienetwerk, je hebt nagedacht over het onderhoud van de molens. Al die kennis moet bij elkaar worden gezet tot één geïntegreerd geheel. Innoveren is in die zin multi-, inter- en transdisciplinair. Niet alleen werken verschillende vakgebieden naast elkaar, ze werken integraal met elkaar samen waardoor er zelfs nieuwe disciplines of vakgebieden kunnen ontstaan.’

 

Anders denken

De kunst van de innovatoren, van de ondernemers, is om de juiste inclusiviteit te creëren binnen hun team, aldus de hoogleraar. ‘En nee, dan heb ik het niet over de rollen van Belbin (waarmee inzicht wordt gegeven in de teamdynamiek, red.). Het gaat om cognitieve inclusie, om de kennis en creativiteit die iemand meeneemt. Daarbij vind ik het volstrekt oninteressant of diegene man of vrouw is, een moslima, of uit het autistisch spectrum komt. LHBTQ+, het is allemaal prima en geweldig, maar ík sta niet tussen die letters, begrijp je wat ik bedoel? Mijn manier van creativiteit is zo afwijkend, daar is geen woord voor. Mijn ideeën landen soms moeilijk bij anderen. Dan hoor ik: nou, daar heb je Frido weer hoor. En dat geldt voor iedereen, niemand is op die manier in een hokje te stoppen. Dergelijke verschillen werken alleen maar stigmatiserend. Inclusie en innoveren gaat over leren om met mensen om te gaan die anders denken en andere ideeën hebben dan jijzelf. Alleen: we moeten wel zo open zijn, dat het helemaal niet uitmaakt met wie we innoveren.’

 

'Het gaat om de kennis en creativiteit die iemand meeneemt'

 

Helaas zijn niet alle ondernemers zo open. Waar ligt dat aan?

‘Tja, daar vraag je wat. Een hypothese waar ik al langer mee loop, is dat we vooral eendimensionaal hebben leren denken en handelen. Daar bedoel ik mee dat we vooral naar het situationeel goede – of best passende – antwoord neigen, of naar het situationele handelen, om het juiste te willen doen. Dat gaat vaak over ‘goed’ of ‘fout’. Dat komt door het soort onderwijs dat we hebben ontvangen, onze opvoeding en de directe omgeving. En omdat de context, de klas, de familie, de voetbalclub, niet erg verandert over de tijd, ontwikkelen we als vanzelf een manier van reageren, van denken en doen die daarbinnen past. We wijken miniem af van ‘normaal’ die de meeste mensen zich gedurende hun leven eigen hebben gemaakt.’
Het gevolg is dat we relatief inflexibel zijn geworden als de situatie of de mensen niet passen in ‘de normaal’ die we kennen. ‘Ons-zoekt-ons is wat we, als mens, het gemakkelijkst vinden. Het zou zomaar kunnen dat mensen met een meerdimensionaal levenspad, met afwijkende contexten, afwijkende thuissituaties, ervaringen of onderwijs – bij het laatste denk ik bijvoorbeeld aan leerlingen van de vrije school – gemakkelijker open staan voor het onbekende en afwijkende. Het gaat te ver om daar nu even wat over te roepen, maar meerdimensionaal denken kun je kinderen op jonge leeftijd leren. Leren dat er ook een wereld bestaat waarvan we nog niet weten of dat iets gaat worden, leren met elkaar om te gaan op zoek naar wat zou kunnen gaan werken. In feite leren innoveren, dus.’

 

Funneldenken

Het bedrijfsleven, hoewel ‘behoorlijk innovatief’, laat door die inflexibiliteit veel kansen liggen, vindt de hoogleraar. ‘Voorbeeld. Met mijn tachtig studenten werken we voor zestien opdrachtgevers, waaronder ABN-AMRO, Heineken, Eneco, Equans, TNO en enkele ministeries. Die hebben allemaal een innovatievraag.’

 

'Ons-zoekt-ons is wat we, als mens, het gemakkelijkst vinden'

In het verleden zag Smulders regelmatig dat ideeën van studenten door de bedrijven weliswaar enthousiast werden ontvangen, maar niet pasten in hun huidige innovatiesysteem. ‘Ideeën kwamen niet door de selectiecriteria voor innovatie, de zogeheten stage gates. Die gates en funnels hebben alles te maken met de toekomstige business: hoe gaan we hier geld mee verdienen? Hebben we de kennis en kunde in huis? Wat voor marktaandeel verwachten we en wat is de winstmarge?’ Daarbij horen indicatoren en rekenmethoden die passen bij het bestaande businessmodel. ‘Dat geeft lekker rust in de tent. Wilde ideeën, waar veel beloftes of waarheden in kunnen zitten, worden vaak afgeschoten. Simpelweg omdat mensen zich er nog geen voorstelling van kunnen maken. Maar hoe kun je met rationele criteria een beslissing nemen over een, op dat moment, irrationeel, afwijkend idee dat onvoorspelbare vormen kan aannemen?’
Dus halen veel ideeën het niet. Of de bedenkers stappen uit een bedrijf om zelf dat idee uit te werken. Zo kwam de oprichter van Rituals – het cosmeticabedrijf gericht op mindfulness en meditatie – uit de Unilever-stal. ‘Ik vermoed dat Unilever dat merk achteraf heel graag had willen hebben, maar destijds paste dat niet binnen hun rationaliteit. Een gemiste kans. En een mooie illustratie van ondernemend ontwerpgedrag waar het wel mee lukt’.

 

Startup-gedrag

Wat dat betreft kunnen grote ondernemingen leren van startups. ‘Oprichters geloven vaak heilig in hun idee, hoe onorthodox ook. Daarbij is de gedachte niet: gaan we er genoeg geld mee verdienen? Nee, de startup-ondernemers met wie ik werk – ingenieurs, industrieel ontwerpers – willen in eerste instantie kijken of hun technologie werkt. Ze willen een mooi product neerzetten, of een oplossing bieden voor een groot maatschappelijk probleem, zoals klimaatverandering. Bij ondernemend gedrag hoort geen funneldenken. Startups werken niet onder druk van aandeelhouders. Rare ideeën? Kom maar door. Startup-ondernemers denken niet: ‘Als ik daarvoor mijn nek uitsteek, zak ik in de pikorde en wordt mijn carrière geschaad.’
Toch hebben we de grote bedrijven nodig om te innoveren, meent Smulders. ‘Want die hebben kapitaal en mensen waarmee ze aan ontwikkeling kunnen doen, mits de juiste gedragsvorm aanwezig is.’
De wetenschapper wil mensen binnen grote bedrijven opleiden en ze meer ‘ontwerpdialoog’ aanleren. ‘Dat je in de wereld van het onbekende op zoek durft te gaan naar een nieuwe realiteit, naar een nieuw houvast. Dat je wilde ideeën die voorbijkomen leert waarderen. Dat je leert cognitief inclusief te zijn.’
Aan de andere kant wil hij studenten industrieel ontwerpen meegeven dat je mensen binnen het bedrijfsleven mee moet kunnen krijgen. ‘Of dat studenten hun nieuwe ideeën leren verweven met bestaande business, of aangeven wat hun business propositie kan opleveren aan het eind. Zo kunnen we met zijn allen sneller schakelen en wordt de innovatiekracht van het bedrijfsleven groter.’

 

'Rare ideeën? Kom maar door'

 

Immigranten

Smulders werkte ook samen met bedrijven over de grens. Daarbij viel op dat in een land als Frankrijk mensen meer open staan voor dialoog binnen het innovatieproces. ‘Er zit meer kunst in de cultuur van Frankrijk, meer filosofie – een paar van de grootste filosofen komen uit dat land. Dat geeft ruimte voor denken in het onbekende. Wat ook meespeelt, is dat in Frankrijk ingenieurs hoog staan aangeschreven – met name als ze van een prestigieuze Grand École komen. In Nederland moeten industrieel ontwerpers en ingenieurs harder roepen om gehoord te worden.’

 
Kunnen we ook iets leren als we kijken naar de Verenigde Staten? Daar zijn opvallend veel (startup)ondernemers met een migratieachtergrond.

‘De Verenigde Staten bestaat in feite uit immigranten die de American Dream najoegen, dus dat vind ik niet gek. Misschien is het ook een overlevingsstrategie van immigranten in het algemeen om voor zichzelf te beginnen. Enerzijds omdat ze er niet inkomen, in het gevestigde bedrijfsleven van het nieuwe land. Een immigrant vertoont hoe dan ook ondernemend gedrag. Op het moment dat je have en goed verlaat, steek je je nek uit. Je gaat naar een ander land en neemt daar je eigen verantwoordelijkheid om te overleven. Je hebt al risico’s genomen, je hebt geen angst voor het onbekende – ideaal om dan een eigen onderneming te beginnen. Vraag is of we dat voldoende stimuleren.’
Nederland staat wel te weinig open voor diversiteit van mensen, beaamt Smulders. ‘We zijn denk ik te ver doorgeschoven naar een 0-1 maatschappij.’ Het is goed of fout, links of rechts, zwart of wit. ‘De hele wereld daartussen is weg. Het is toch te zot voor woorden dat je op de A12 moet gaan zitten om een andere dialoog af te dwingen. We moeten anders met elkaar omgaan. Want tussen die 0 en 1, dáár zit ook ondernemerschap. In al die duizend kleuren grijs, met al die mensen, culturen, kennis die daar zit, dáár moeten we zijn. In dat gebied zit vooral de innovatie-dialoog en de innovatiekracht.’

 

Op de hoogte blijven van onze beste artikelen? Schrijf je dan gratis in voor onze nieuwsbrief.

Sang-Ah Yoo
freelance redacteur Forum
+31 70 3490 165