In deze serie komen de brancheleden van MKB-Nederland en VNO-NCW aan het woord. Deze week: Petra van Holst, algemeen directeur van Zorgverzekeraars Nederland.
Vertel eens over uw branche(vereniging).
‘Wij zijn de brancheorganisatie van de zorgverzekeraars in Nederland. Alle tien zorgverzekeraars in Nederland zijn lid. Dat is natuurlijk al leuk, want veel andere brancheorganisaties moeten erg hun best doen om een groot deel van de achterban te binden.
Bij onze brancheorganisatie werken op dit moment ongeveer 120 mensen. Best groot, maar er wordt door alle politieke ontwikkelingen veel gevraagd van onze leden. We voeren gesprekken over beleid en regelgeving en bijvoorbeeld over de samenwerking tussen zorgverzekeraars en -aanbieders. Het bovenliggende vraagstuk daarbij is: hoe houden we de zorg toegankelijk? Voor nu, maar ook voor in de toekomst. De brancheorganisaties van de zorgaanbieders en niet te vergeten het ministerie van Volskgezondheid, Welzijn en Sport zijn daarbij belangrijke stakeholders. Andere belangrijke aandachtspunten zijn media, reputatie en lobby. In dit onzekere politieke klimaat wordt van de brancheorganisatie gevraagd om steeds uit te leggen waar we voor staan en welke oplossingen we aandragen om die toegankelijkheid te borgen. Dat maakt een steeds groter deel van mijn werk uit.’
Hoelang bent u al directeur en wat is uw achtergrond?
‘Op 1 april was ik precies acht jaar directeur van Zorgverzekeraars Nederland. Daarvoor heb ik lang bij a.s.r. gewerkt, het laatst als bestuurder van het zorgbedrijf. Eerder werkte ik bij de arbeidsongeschiktheidstak van a.s.r., onder meer als CFRO, dus verantwoordelijk voor finance en risk. Van huis uit ben ik fysiotherapeut, dus het cirkeltje is in die zin wel rond. Ik ben begonnen in de zorg en daar nu op een hele andere plek terechtgekomen. Dat geeft wel aan dat mijn affiniteit toch altijd bij de zorg is gebleven.’
Welke actuele (lobby)kwesties spelen er momenteel voor jullie?
‘De belangrijkste kwestie is natuurlijk de toegankelijkheid tot zorg die onder druk komt te staan door onder meer de vergrijzing en dure medische technologieën. We voeren gesprekken over zaken als het huisartsentekort en de wachtlijsten bij sommige specialisaties in de ziekenhuizen en bij de GGZ, die veel in de media voorbijkomen.
Daarnaast hebben we het IZA afgesloten, het Integraal Zorgakkoord met zorgaanbieders, Nederlandse Zorgautoriteit NZa en de overheid. Dat gaat voornamelijk over hoe we die zorg toegankelijk kunnen houden. En over hoe we in het belang van de verzekerde en patiënt kunnen samenwerken met zorgaanbieders. Daarbij voeren we ook gesprekken met Nza, het ministerie en het Zorginstituut. In regioplannen schetsen we de belangrijkste gezondheidsonderwerpen in de regio en wat we te doen hebben met elkaar. Dat vertaalt zich in zogeheten transformatieplannen. Daarin staat wat de huidige situatie en ontwikkelingen zijn, waar we heen willen en hoe we daar met elkaar willen komen. Wat vraagt dat van iedereen in de regio?
Een ander punt van zorg is dat de gezondheidsverschillen tussen de Nederlanders toenemen. De gezondheidskloof wordt steeds groter, terwijl je dat in een rijk land als Nederland niet zou verwachten.’
Hoe ziet u de toekomst van uw branche?
‘Het aandachtsgebied van de brancheorganisatie is heel actueel en dat zal ook zeker zo blijven. Als je kijkt naar de toekomst van de zorg, dan is er nu veel onzekerheid. Er liggen grote vraagstukken, waarbij we steeds kijken hoe we onze mogelijkheden maximaal benutten. Daar kunnen we nog wel in groeien, er zijn echt nog mogelijkheden om de vraagstukken op te lossen. Maar je bent natuurlijk ook afhankelijk van hoe het nieuwe kabinet, een nieuwe bewindspersoon daarnaar kijkt. Dus dan zullen we weer het gesprek voeren om te kijken welke ontwikkelingen we zien en wat ons te doen staat.’
Waarom zijn jullie lid van VNO-NCW?
‘Wij hebben onze eigen kring en stakeholders waar wij invloed uitoefenen en input van krijgen. En VNO-NCW heeft als vertegenwoordiger van de werkgevers ook een bepaalde visie op ontwikkelingen in de zorg en daarbinnen prioritaire onderwerpen. Voor werkgevers is bijvoorbeeld preventie heel belangrijk om mensen aan het werk te kunnen houden binnen de bedrijven. Daar kunnen wij input over ophalen bij VNO-NCW. Ook rondom de formatie heeft VNO-NCW een eigen inbreng. Dus we zijn regelmatig met elkaar in gesprek om standpunten uit te wisselen. Zelf ben ik actief in de commissie gezondheidszorg. Daar is een tijd terug de ouderenzorg aan de orde geweest. En zo zijn er allerhande relevante onderwerpen waar we over praten en een advies over uitbrengen.’
Met welke branchedirecteur zou u weleens een dagje willen ruilen?
‘Daar moest ik even over nadenken. Maar ik denk dat het Patiëntenfederatie Nederland is. We zetten ons in voor alle verzekerden in Nederland, dus ook voor de verzekerden die patiënt zijn. En het is leuk om eens in hun keuken te kijken. Hoe kijken zij naar dingen? Welke vragen krijgen ze? En hoe komen ze dan tot standpunten? Ik denk dat ik daar heel veel van kan leren.’
