Branchevereniging aan het woord: VEMOBIN

Stuur ons een bericht


We proberen binnen 2 werkdagen te reageren.
Verder gelden deze spelregels.
Annuleren
? Contact
18-09-2023

In deze serie komen de brancheleden van MKB-Nederland en VNO-NCW aan het woord. Deze week directeur Erik Klooster van VEMOBIN, de Vereniging Energie voor Mobiliteit en Industrie.

 

Vertel eens over uw branche(vereniging).

‘Wij vertegenwoordigen de raffinaderijen, brandstofleveranciers en tankstations in Nederland. Onze vereniging telt 14 leden en we zijn groeiende. We vertegenwoordigen zo’n 20.000 tot 30.000 medewerkers. In de branche gaan enkele miljarden per jaar om. Vorig jaar hebben we onze naam veranderd. Voorheen waren we bekend als de VNPI, de Vereniging Nederlandse Petroleum Industrie. Met het oog op de toekomst willen we een bredere scope aan leden verwelkomen. Bijvoorbeeld bedrijven in de productie van hernieuwbare brandstof. Alco – een bio-ethanol producent – is ook al lid geworden.’

 

Hoe lang bent u al directeur en wat is uw achtergrond?

‘Iets meer dan zeven jaar. Ik ben ooit begonnen als fractieondersteuner voor de VVD in de Tweede Kamer. Daarna heb ik onder meer gewerkt bij de ACM, bij energiebedrijf E.ON en bij BP. Ik heb me daar veelal beziggehouden met de politieke discussie rond energie.’

 

Wat zijn actuele kwesties?

‘Een van de belangrijkste kwesties is hoe we de energietransitie verder brengen in onze branche. Veel bedrijven hebben plannen, maar in de praktijk zien we ze vastlopen vanwege moeizaam te verkrijgen of dure vergunningen. We zijn dus bezig om dit op de agenda te krijgen. Een ander punt is de RED, de Europese Richtlijn Hernieuwbare Energie. Die maakt de inzet van biobrandstoffen op de raffinage mogelijk. Maar technisch is het nog ingewikkeld om dit te realiseren. Biobrandstof is bovendien duurder dan gewone diesel en dat moet aan de pomp worden verrekend.’

 

En belangrijke lobbypunten?

‘In Nederland ligt een enorme kans om te vergroenen. We zien dan ook een grote rol weggelegd voor biobrandstoffen om CO2 te reduceren. Daar is wel een extra stimulans voor nodig in de vorm van een subsidie voor bedrijven die dit graag willen realiseren. Ook zijn we druk bezig met het gebruik van snelladers op tankstations voor elektrische voertuigen. Ook hier zien we veel tankstations die zulke laadplekken willen plaatsen, maar dat vanwege vergunningstechnische redenen niet mogen. Er zijn zelfs gevallen bekend waar een snellader weer weg is gehaald. Dat willen we veranderen.’

 

Hoe ziet u de toekomst van de branche?

‘Die zie ik positief in. Wij zijn in mijn ogen een mooi voorbeeld van een branche die in transitie is. Er zijn veel tankstations begonnen met het plaatsen van elektrische laadpalen. En ook de raffinaderijen zullen er onder de motorkap over tien jaar heel anders uitzien door de inzet van biobrandstoffen, elektriciteit en groene waterstof. Door die transitie blijft er ook behoefte aan een sterke branchevereniging, daar ben ik van overtuigd. Samen sta je sterker, en is je verhaal geloofwaardiger.’

 

Waarom zijn jullie lid van VNO-NCW?

‘VNO-NCW is voor ons in belangrijke dossiers een logische partner. Vanwege de afspraken in het klimaatakkoord is het goed om aangesloten te zijn bij de bredere lobby, die ook vanuit bijvoorbeeld de staal- en papierlobby wordt gevoerd. VNO-NCW speelt daar een belangrijke rol in. Ik merk daarin dat hoe beter wij ons voorbereiden en hoe feitelijker wij ons standpunt naar voren brengen, hoe beter de lobby werkt. Verder heeft mijn vader een groot deel van zijn werkzame leven bij VNO-NCW gewerkt. Het geeft me een trots gevoel nu zelf onderdeel te zijn van deze club.’

 

Met welke branchedirecteur zou u weleens een dagje willen ruilen en waarom?

‘Dan kies ik voor Olof van der Gaag, de directeur van de NVDE, de Nederlandse Vereniging Duurzame Energie. Ik ken Olof, hij heeft de NVDE in korte tijd opgebouwd tot een heel positieve gesprekspartner. Dat is iets wat ik erg knap vind en waar ik zelfs met lichte jaloezie naar kijk.’