Branchevereniging aan het woord: PlantNet International

Stuur ons een bericht


We proberen binnen 2 werkdagen te reageren.
Verder gelden deze spelregels.
Annuleren
? Contact
04-03-2024

In deze serie komen de brancheleden van MKB-Nederland en VNO-NCW aan het woord. Deze week Niels Louwaars, voorzitter van PlantNet International.

 

Vertel eens over uw branchevereniging.

‘PlantNet International is een vereniging van zes brancheverenigingen die een focus hebben op internationale handel in land- en tuinbouwproducten. De aangesloten verenigingen houden zich bezig met kastechnologie (AVAG), bollen en bomen (Anthos), groenten en fruit (GroentenFruit Huis), aardappelen (NAO), bloemen (VGB) en zaden en jonge planten (Plantum). De gezamenlijke export van deze branches bedraagt zo’n 28 miljard euro.

PlantNet International is vier jaar geleden opgericht om intensiever samen te werken bij belangen en vraagstukken rondom internationale handel. Onze vereniging is de rechtsopvolger van GreenPort Holland, nadat primaire productiesectoren daar uitgestapt zijn.’

 

Hoelang bent u al voorzitter?

‘Ruim een jaar; we hebben een roulerend voorzitterschap. In het dagelijks leven ben ik directeur van Plantum, de vereniging van bedrijven in zaden en jonge planten. Daar werk ik al zo’n twaalf jaar.’

 

Wat zijn belangrijke kwesties?

‘Plantaardige producten hebben goedkeuring nodig voor import en export. Daarom is een effectieve en efficiënte Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) van levensbelang voor de bedrijven van PlantNet International. Na de Brexit is dat nog relevanter geworden. Het aantal benodigde certificaten voor sommige producten is sindsdien verdubbeld. Dat kost de bedrijven én de NVWA heel veel capaciteit. Daarnaast worden de landeneisen voor import in derde landen steeds complexer. Fytosanitaire regels worden soms ingezet ter bescherming van handelsbelangen en de eigen nationale sector. Wij pleiten voor regels op wetenschappelijke basis.

Over al deze punten hebben we veel overleg met het ministerie van Landbouw en de NVWA zelf. Daarnaast zijn handelsmissies en beurzen belangrijk ter ondersteuning van de export. De RVO en de topsectoren spelen hierin een rol, maar de bredere ondersteuning gebeurt vooral door LNV en het landbouwradennetwerk op een groot aantal ambassades.’

 

Hoe ziet u de toekomst van uw branche?

‘Aangezien voedsel en groen primaire levensbehoeften zijn, zal de handel in deze producten noodzakelijk blijven. Wel is er veel discussie over de land- en tuinbouw op dit moment. Het is dus belangrijk dat we inzetten op bedrijven met top-of-the-bill teelttechnologie, logistiek, zaden en pootgoed, en kwaliteitsborging langs de ketens. De hele wereld kijkt daarnaar op dit moment en daarmee dragen we vanuit Nederland – vooral met kastechnologie en zaden – ook in grote mate bij aan duurzaamheid in andere landen. En we moeten ons realiseren dat toeleveranciers zo goed zijn omdat we ook telers hebben in Nederland die vooroplopen in de toepassing van al die technologie.’

 

Hoe ziet u de toekomst van de branchevereniging in het algemeen?

‘Daar ben ik positief over. Brancheverenigingen zijn de olie in de machine van ondernemend Nederland. Ondernemers realiseren zich dat een belangrijk deel van hun bedrijfssucces afhangt van de sector waarin ze opereren en dat samenwerking met concullega’s goed is voor iedereen. Ik zie bij onze aangesloten verenigingen dan ook geen afnemende interesse van bedrijven om lid te worden. De verenigingen zijn ook noodzakelijk voor overheden en politici – die zitten echt niet te wachten op duizenden telefoontjes als ze het ook afkunnen met één nummer van een goede branchevereniging.’

 

Waarom zijn jullie lid van VNO-NCW?

‘Met een heleboel dossiers kunnen PlantNet International en de onderliggende branches prima zelf overweg. Maar de grotere onderwerpen als het ondernemersklimaat, de polder en de toplobby, dat zijn dingen waar individuele sectoren ‘niet bij kunnen’. Daarnaast vind ik het belangrijk om collega’s van heel andere branches tegen te komen in de Malietoren, waar je – soms onverwacht – veel van kunt leren of zaken samen mee kunt aanpakken.’

 

Met welke branchedirecteur zou u weleens een dagje willen ruilen en waarom? 

‘De diversiteit aan bedrijfsculturen in mijn eigen achterban is enorm, dat fascineert me. Die verscheidenheid aan visies op ondernemen helpt om te voldoen aan de diverse vraag van boeren en tuinders, en van consumenten in de hele wereld. Ik ben dus zeer geïnteresseerd in cultuur en daarom zou ik wel een dag willen ruilen met iemand in een sector waar ik weer een heel andere cultuur verwacht: voorzitter Medy van der Laan van de Vereniging van Banken.’