Branchevereniging aan het woord: NOA

Stuur ons een bericht


We proberen binnen 2 werkdagen te reageren.
Verder gelden deze spelregels.
Annuleren
? Contact
05-04-2023

In deze serie komen de brancheleden van MKB-Nederland en VNO-NCW aan het woord. Deze week Gert van der Meulen, directeur van de Nederlandse Ondernemersvereniging voor Afbouwbedrijven (NOA).

 

Vertel eens over uw branche en branchevereniging.

‘Wij behartigen de belangen van afbouwbedrijven, zoals stukadoors en tegelzetters. Nederland telt zo’n 8.500 afbouwbedrijven en meer dan tienduizend zelfstandigen in het vak. Met onze 1.600 leden vertegenwoordigen we het merendeel van de werkgevers. Onze vereniging heeft ook een eigen garantie- en geschillenregeling zodat klanten verzekerd zijn van kwaliteit.’

 

Hoe lang bent u al directeur en wat heeft u hiervoor gedaan?

‘Ik ben ooit begonnen bij het GAK, de voorloper van het UWV. Daar had ik een juridische functie en later ben ik trainingen gaan geven binnen de organisatie. Daarna ben ik overgestapt naar een ander bedrijf, nog steeds in de wereld van de sociale zekerheid. Sinds 2001 werk ik bij NOA. waar ik in september 2020 ben gestart als directeur. Ik vond het een mooie nieuwe uitdaging, en het bevalt nog steeds erg goed.’

 

Welke actuele kwesties spelen er momenteel voor jullie?

‘Personeelskrapte: we hebben een gebrek aan vakmensen. En in vergelijking met andere sectoren die in dezelfde vijver vissen, zoals de bouw of de techniek, zijn we relatief klein. Dat is best lastig. Verder is het de vraag in hoeverre het stikstofdossier ons gaat raken, bijvoorbeeld doordat er minder bouwvergunningen worden verleend. Als afbouwbedrijf sta je achter in de keten, we kunnen het dus hopelijk op tijd zien aankomen. Maar dat maakt het probleem niet minder groot. Wanneer besluit je om te gaan anticiperen? Aan de andere kant liggen er voor ons nog wel kansen in de renovatie van oudere gebouwen. Daarbij is het vooral de vraag hoeveel particulieren te besteden hebben.’

 

Wat zijn belangrijke lobbypunten?

‘Onderwijs is een belangrijk punt. Hoe maken we mensen enthousiast voor ons vak? We hebben een eigen opleidingsinstituut dat BBL-opleidingen verzorgt. Het in stand houden van kleine, specialistische opleidingen staat hoog op onze agenda, daarin vinden we steun bij MKB-Nederland. Verder willen we het werkgeverschap aantrekkelijk houden. Onze branche telt veel kleine ondernemers en zelfstandigen. Het is nu niet interessant voor werkgevers om mensen in dienst te nemen. Ik zeg weleens: je komt makkelijker van je echtgenoot af dan van je werknemer. Werkgeverschap kan zoveel sores geven dat mensen daar wel twee keer over nadenken.’

 

Hoe ziet u de toekomst van jullie branche?

‘Die zie ik redelijk positief in. Natuurlijk zijn er bedreigingen. Denk bijvoorbeeld aan prefab, kant-en-klare onderdelen voor woningen. Als alles inclusief geleverd wordt, dan kan dat voor ons gevolgen hebben. Tegelijkertijd kunnen we onze kennis en kunde hiervoor ook inzetten. Zo wordt een bedreiging een kans. Ook in de energietransitie zie ik kansen. Veel oude woningen hebben geen spouwmuur. Buitengevelisolatie en isolatie aan de binnenkant van de muur is dan een alternatief.’

 

Waarom zijn jullie lid van MKB-Nederland?

‘Ten eerste om geïnformeerd te blijven. We weten nu vaak al welke kant besluitvorming opgaat. Zo weten we waarop we moeten anticiperen en wat we nog aan de orde moeten stellen. En natuurlijk de lobby: wij komen niet elke dag bij de minister aan tafel. Nog een belangrijke reden is dat je werkend Nederland om je heen hebt. We komen weliswaar uit verschillende branches, maar ik kan ook iets kan leren van een bakker.’

 

Met welke branchedirecteur zou u weleens een dagje willen ruilen en waarom?

‘Dan zou ik tijdens de coronatijd een dagje hebben willen ruilen met de directeur van de Koninklijke Horeca Nederland, Dirk Beljaarts. Onze branche kon in principe gewoon doorwerken. Maar hoe leid je zo’n grote branche door een crisis heen, hoe help je zo goed mogelijk je achterban? Daar had ik wel een dag willen meekijken.’