Branchevereniging aan het woord: KNB

Stuur ons een bericht


We proberen binnen 2 werkdagen te reageren.
Verder gelden deze spelregels.
Annuleren
? Contact
01-12-2022

In deze serie komen de brancheleden van MKB-Nederland en VNO-NCW aan het woord. De vereniging Koninklijke Nederlandse Bouwkeramiek (KNB) behartigt de collectieve belangen van de Nederlandse keramische industrie. Directeur Ewald van Hal vertelt.

 

Wat is er te vertellen over de branche en branchevereniging?

‘De KNB vertegenwoordigt zestien fabrikanten van baksteen, keramische dakpannen en gebakken tegels. Deels beursgenoteerd maar merendeels familiebedrijf. De KNB is in 1884 opgericht door baksteenfabrikanten, en later zijn daar andere keramische productgroepen bijgekomen. Op het bureau in Velp werken zeven professionals aan thema’s als energie, milieu, grondstoffen en technische verwerkingsaspecten. De KNB is ook een cao-partij.

De gemeenschappelijke noemer van de leden is dat alle fabrikanten klei door vuur vormvast laten worden: keramiek. De fabrieken staan vaak in de uiterwaarden waar ze de hernieuwbare klei winnen, vooral in Gelderland en Limburg. Door het zorgvuldig winnen van klei is daar nieuwe natuur ontstaan, zo hoogwaardig dat ze als Natura 2000-gebieden zijn aangewezen.

Onze leden innoveren om te verduurzamen en om aan te sluiten op ontwikkelingen in de bouwmarkt. Keramische steenstrips passen bij de trend naar woningen uit de fabriek. En dakpannen die zonne-energie omzetten in elektriciteit, voorzien in een behoefte bij monumentale woningen. Die innovatiekracht moet niet onderschat worden. De bouw maakt het, maar wel met ónze materialen.’

 

Hoe lang bent u al directeur en wat is uw achtergrond?

‘Ik doe dit sinds maart 2001. Dat past bij de sector met veel lange dienstverbanden. Daarvoor werkte ik zeventien jaar voor de afbouw- en afwerksector, waar ik me er onder meer voor heb ingezet om de seizoenswerkloosheid uit te bannen.’

 

Welke actuele kwesties spelen er momenteel voor jullie?

‘We zijn een energie-intensieve sector, dus verduurzaming, energiebeschikbaarheid en klimaatneutraliteit zijn actueel. We hebben een duurzaamheidsroadmap voor bouwkeramiek opgesteld. Daarin speelt productinnovatie een rol: we hebben bijvoorbeeld onderzocht dat slankere stenen dezelfde functionaliteit hebben voor bestrating; met 12,5 procent minder materiaal en dus energiegebruik.

Ook ons productieproces verduurzamen we. Aardgas is voor ons behalve brandstof ook grondstof. Het gaat een chemische reactie met de klei aan. Met steun van de provincie Gelderland experimenteren we met waterstofgas, biogas en magnetrontechniek. Deze technieken lijken veelbelovend. We hebben nu een subsidieaanvraag gedaan voor een onderzoek naar hybride branders die met aardgas en waterstofgas kunnen werken.

Biogas past bij onze infrastructuur in de fabrieken. We willen dat betrekken van boeren, die vaak vlak naast onze fabrieken zitten. Zo helpen we hen hun stikstofuitstoot terug te dringen. Waterstof is wat lastiger. Onze fabrieken staan verspreid in het achterland, dus hoe krijgen we de waterstof hier? Die infrastructuur is er niet. We zijn aangewezen op overheid en netwerk- en energiebedrijven om die op te bouwen. Bijvoorbeeld voor het Koplopersprogramma Brick Valley in Gelderland. Tot die tijd moeten we misschien zelf groene energie gaan opwekken, of waterstof op een andere manier aangevoerd krijgen. Verder willen we zoeken naar manieren om verbrandings- en procesemissies zoals CO2 te mineraliseren en te vangen in een nieuw product.’

 

Wat zijn belangrijke lobbypunten?

‘Onze lobby gaat over maatwerkafspraken voor de sector. We willen en kunnen verduurzamen, maar bied ons zekerheid van beleid en help met het terugploegen van betaalde heffingen en belastingen. Het was de bedoeling dat er subsidies terugkomen naar de sector, maar dat gebeurt niet. Dat verstoort nu het level playing field met het buitenland. In Duitsland werken onze concurrenten onder veel gunstiger voorwaarden. De industrie heeft hulp nodig om in Nederland verder te kunnen verduurzamen. Dat moet je willen, want we zijn veel al duurzamer dan het buitenland.’

 

Waarom zijn jullie lid van VNO-NCW?

‘Ook al zijn de fabrieken eerder mkb-bedrijven, als branche hebben we te maken met de grote industriële issues. We stellen ons intern weleens de vraag of we wel bij de club van grote bedrijven horen, maar we herkennen ons in het belang dat VNO-NCW vertegenwoordigt. We hebben toch minder gemeen met de slager en schoenmaker.’

 

Hoe ziet u de toekomst van uw branche?

‘Er zal zeker behoefte blijven aan bouwkeramiek, vanwege de materiaalkarakteristieken, de beschikbaarheid en omdat Nederland het mooi vindt. Denk alleen maar aan de bouwopgave van 900.000 woningen. Ons adaptief vermogen is groot en zal dat blijven. We spelen met onze producten in op nieuwe ontwikkelingen als droogstapelen, metselen zonder mortel. Dat vraagt wel tijd en acceptatie in de keten, aannemers moeten er mee uit de voeten kunnen. Het is een uitgesproken rol van onze brancheorganisatie om te werken aan marktacceptatie en vertrouwen in innovaties, bijvoorbeeld met normen en beoordelingsrichtlijnen.’

 

Met welke branchedirecteur zou u weleens een dagje willen ruilen?

‘De rol die Cees Oudshoorn nu heeft en Niek Jan van Kesteren vroeger, zou ik weleens een dag willen vervullen. Het lijkt me heel spannend om vanuit een overview te zien hoe alle draden in heel ondernemend Nederland lopen.’