Branchevereniging aan het woord: De Nederlandse Vereniging Diervoederindustrie (Nevedi)

Stuur ons een bericht


We proberen binnen 2 werkdagen te reageren.
Verder gelden deze spelregels.
Annuleren
? Contact
19-12-2022

De Nederlandse Vereniging Diervoederindustrie (Nevedi) is een brancheorganisatie met leden die verantwoordelijk zijn voor circa 95 procent van alle voerproductie voor landbouwhuisdieren in Nederland. Directeur Henk Flipsen vertelt.

 

Wat is er te vertellen over de branche?

‘In de diervoederindustrie zijn bijna honderd bedrijven actief. Hun bekendste product zijn de brokjes voor varkens, koeien en kippen. Daarnaast produceren ze kalvermelkpoeder en premixen en additieven: ‘maggiblokjes’ met vitaminen en mineralen om toe te voegen aan mengvoer. Ook zijn er de bedrijven die bijproducten leveren uit de levensmiddelenindustrie. Het verwerken van aardappels, granen of suikerbieten levert bijproducten op zoals bierbostel of aardappelstoomschillen, die aan dieren worden gevoerd. Dat is meer dan de helft van de grondstoffen die in Nederland in het diervoer gaan. We zijn trots op onze bijdrage aan kringlooplandbouw in Nederland.’

 

En over de branchevereniging?

‘Als branchevereniging zijn we de werkgeversorganisatie voor zo’n 5.500 mensen. We regelen hun cao en zijn als werkgevers bestuurlijk betrokken bij het Molenaarspensioenfonds. Op arbogebied doen we mee aan het programma Goed Werkgeverschap voor een veilige werkomgeving en moderne arbeidsomstandigheden. Dat zijn zaken rond het thema arbeid.

In ons beleidsplan ‘Voer voor ketensamenwerking’ hebben we nog twee speerpunten: duurzaamheid & innovatie en diervoederwetgeving, -kwaliteit en ‑veiligheid. Dat laatste is vooral technisch. Het heeft te maken met Europese wetgeving en kaders die vertaald moeten worden naar Nederland. Of waarover we via Den Haag lobbyen in Brussel. Dit thema omvat ook kwaliteit. Daarvoor werken we samen met GMP+ International en stichting SecureFeed, die audit of alle gebruikte grondstoffen voldoen aan gestelde eisen.

Via communicatie en public affairs proberen we alle beleidsonderwerpen te vertalen in standpunten en te delen met Den Haag, Brussel en ons netwerk. Waar mogelijk sluiten we coalities, bijvoorbeeld met andere leden van MKB-Nederland en VNO-NCW. Ik ben als directeur aangesteld om te zorgen dat alles wordt uitgevoerd wat het bestuur aan beleid heeft vastgelegd. Bij de invulling van de organisatie word ik bijgestaan door mijn programmamanagers. Ons programmateam wordt ondersteund door ingehuurde expertise en mensen van Agribusiness Service in Rijswijk. In totaal werkt Nevedi met ongeveer 7,5 fte.’

 

Hoe lang bent u al directeur en wat is uw achtergrond?

‘Ik werk hier sinds 1 januari 2007. Na de afronding van de Hogere Landbouwschool in Den Bosch werkte ik bij Wesssanen en daarna bij ZLTO. Toen rondde ik mijn deeltijdstudie Landbouweconomie in Wageningen af. Later was ik als directeur werkzaam voor zuivelcoöperatie Amalthea en de coöperatieve Boskoopse Veiling. Na de integratie van de veiling binnen Flora Holland verruilde ik de planten weer voor dieren bij Nevedi, omdat dat toch beter matchte met mijn achtergrond in de veehouderij.’

 

Welke actuele kwesties spelen er momenteel voor jullie?

‘De meest brandende vraag voor ons is hoe het landbouwakkoord wordt uitgewerkt. Want dat akkoord raakt niet alleen boeren, ook ketens van toeleveranciers tot consument. Die ketens moeten economisch gezond zijn, maar ook ingericht om de doelen voor 2040 te halen voor klimaat, circulariteit en biodiversiteit. Die doelen komen allemaal samen in het landbouwakkoord, dat echt niet alleen over stikstof gaat. Afgeleid daarvan is de vraag hoe het gaat met het aantal boeren en landbouwdieren, en wat dat betekent voor de omzet van onze sector. Verder drukken de hoge prijzen voor energie en grondstoffen zwaar op bedrijven, net als inflatie, koopkrachtverlies en loonkostenstijgingen via de cao.’

 

Wat zijn belangrijke lobbypunten?

‘We vinden het allerbelangrijkste dat er voor het stikstofprobleem een oplossing komt die perspectief biedt op gezonde economische activiteit. Niet alleen landbouwbreed voor boeren en hun ketenpartners, maar ook voor andere bedrijfstakken in Nederland.’

 

Hoe ziet u de toekomst van uw branche?

‘Als ik realistisch ben, dan weet ik dat er minder landbouwdieren komen. Hoeveel minder weten we nog niet. Voor bedrijven hangen de effecten af van welk soort voer je produceert en of je regionaal georiënteerd of wereldwijd actief bent. Het is essentieel dat onze leden afwegen welke kansen en mogelijkheden ze hebben in de transitie waar we voor staan. Als brancheorganisatie ondersteunen we hen met voorlichting en door een positie in te nemen bij relevante beleidsonderwerpen. Zo faciliteren we ze om keuzes te maken en mee te bewegen met de markt en maatschappelijke en politieke ontwikkelingen.’

 

Waarom zijn jullie lid van MKB-Nederland?

‘Ik vind het waardevol om in het directeurenoverleg en commissies ervaringen uit te wisselen over bekende thema’s vanuit een ander sectorperspectief. Wat speelt er bijvoorbeeld bij cao’s van taxichauffeurs of apothekers? Bij onderwerpen als de Tegemoetkoming Energiekosten energie-intensief mkb kunnen we optrekken met andere leden. En in het stikstofdossier wisselen we van gedachten met andere sectoren zoals de bouw en infra over hun belangen. Moeilijk, maar het is goed van elkaar te weten waar je staat. Ik ben dus tevreden lid en zou elke brancheorganisatie aanmoedigen zich aan te sluiten. Er is niet veel nodig om sectoren tegen elkaar op te zetten, maar dat voorkom je door met elkaar in gesprek te blijven.’

 

Met welke branchedirecteur of -voorzitter zou u weleens een dagje willen ruilen?

‘Met iemand die in een sector zit met heel andere vraagstukken, daar kan ik het meeste van leren. Bijvoorbeeld Ad Melkert, voorzitter van de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen. Dan zou ik ervaren en zien waar ze daar tegenaanlopen. Ze hebben te maken met beperkte overheidsbudgetten, stijgende patiëntaantallen en kosten en zorgen rond de coronaepidemie. Ik ben benieuwd hoe ze dat allemaal aanpakken en proberen op te lossen.’