Branchevereniging aan het woord: ABU

Stuur ons een bericht


We proberen binnen 2 werkdagen te reageren.
Verder gelden deze spelregels.
Annuleren
? Contact
11-10-2023

In deze serie komen de brancheleden van MKB-Nederland en VNO-NCW aan het woord. Deze week directeur Jurriën Koops van de ABU, de Algemene Bond Uitzendondernemingen.

 

Vertel eens over uw branche en branchevereniging.

‘Wij zijn de vereniging van HR-dienstverleners waar uitzendbureaus, payrollorganisaties en zzp-dienstverleners onder vallen. Ruim 500 bedrijven zijn bij ons aangesloten – dat is qua omzet twee derde van de hele markt –, variërend van grote internationale bedrijven als Randstad tot specialistische bureaus die een bepaalde niche bedienen. Jaarlijks gaan 1 miljoen mensen via de uitzendbranche aan het werk en de totale omzet van HR-dienstverlening is ruim 40 miljard.

Ons kantoor zit in Lijnden, aan de rand van Amsterdam en we hebben dertig mensen in dienst. Onze vereniging gaat bij alles wat we doen uit van drie belangrijke waarden. Eén: de kwaliteit van de dienstverlening en de branche, die we waarborgen met een keurmerk. Twee: onze maatschappelijke impact. Denk daarbij aan zaken als inclusiviteit en diversiteit op de arbeidsmarkt, maar ook aan bijvoorbeeld uitzendkrachten met financiële zorgen. Drie: een sterke vereniging. Dat betekent ervoor zorgen dat leden ook individueel voordeel ervaren door informatie, training en businesscoaches aan te bieden.’

 

Hoe lang bent u al directeur en wat is uw achtergrond?

“Sinds 2014 ben ik directeur, daarvoor werkte ik al een aantal jaren bij de ABU in een andere functie. Voor mijn werk hier heb ik in de uitzendbranche gewerkt, bij Start People, en bij vakbond CNV. Oorspronkelijk ben ik opgeleid als econoom. Mijn loopbaan is altijd gericht geweest op werk en de arbeidsmarkt.”

 

Wat zijn actuele kwesties?

‘Onze branche moet altijd een enorme veerkracht tonen in het meedeinen op de pieken en dalen van de economie. Ook nu weer. We hebben een heftige coronaperiode achter de rug. Na een periode van groei is nu krimp een groot issue. Tegelijkertijd worden we geconfronteerd met een veranderende wereld van arbeid en werk. Zo is er steeds meer vraag naar zzp-dienstverlening en veranderen opdrachtgevers van inhuurmodellen.

Onze leden zijn aan het zoeken: hoe organiseer en positioneer ik mijn bedrijf? Er is blijvende schaarste, de regels rond werk veranderen voortdurend, digitalisering is van belang en werkenden en opdrachtgevers verlangen andere dienstverleningsconcepten. De werkende staat steeds meer centraal. Het werk moet afwisselend, uitdagend en op maat zijn. Wat wil een klant en wat wil een werknemer? Dat proberen we bij elkaar te brengen.’

 

En belangrijke lobbypunten?

‘Drie thema’s spelen op dit moment in de lobby. Het belangrijkste punt is de nieuwe regulering die eraan komt. Vanaf 1 januari 2026 komt er voor uitzendbureaus een verplicht toelatingsstelsel. We gaan dus terug naar een soort vergunningsverplichting die in 1998 is afgeschaft. Het tweede is de hervorming van de arbeidsmarkt. Het pakket met maatregelen van de minister van SZW betekent dat uitzendondernemingen te maken krijgen met nieuwe regels, en dat geldt ook voor tijdelijke contracten en zzp’ers. Wij willen voldoende ruimte behouden voor uitzend- en payrollondernemingen en vooral een gelijk speelveld op de arbeidsmarkt. Het derde punt is de commissie-Roemer en de adviezen ter verbetering van de positie van arbeidsmigranten. Ongeveer de helft van hen werkt via een uitzendbureau. Wij hebben daarom zelf ook een plan ontwikkeld: ‘Van goed naar beter’. Het past bij de ABU om hierin verantwoordelijkheid te nemen.’

 

Hoe ziet u de toekomst van de branche?

‘Het werk zal altijd uitdagend blijven. Overal waar er fricties ontstaan op de arbeidsmarkt zijn wij er als intermediair om het op te lossen. Bijna 40 procent van de Oekraïense vluchtelingen zijn nu aan het werk als uitzendkracht. Ook leiden we mensen toe naar sectoren waar grote maatschappelijke uitdagingen liggen, zoals de energiesector. Onze leden zijn bijzonder creatief en veerkrachtig, dus ik zie het positief in.’

 

En van de branchevereniging?

‘Ook als vereniging moet je blijven meebewegen. Leden vragen steeds meer, willen waar voor hun geld en verlangen een meer activistische houding. Het is een middel om maatschappelijke vraagstukken op te lossen, als schakel tussen het publieke en private belang.’

 

Waarom zijn jullie lid van VNO-NCW en MKB-Nederland?

‘De voornaamste reden is de lobby. De ingangen die MKB-Nederland en VNO-NCW hebben en de rol die ze spelen in het politiek speelveld, daar hebben we ze echt voor nodig. En daarnaast halen we ook veel uit het netwerken en de verschillende commissies.’

 

Met welke branchedirecteur zou u weleens een dagje willen ruilen en waarom?

‘Dan kies ik voor Peter Niesink, directeur van de BOVAG. Omdat zijn en mijn sector veel gemeenschappelijke uitdagingen hebben. Een grote transitie, het behouden van kwaliteit in de toekomst. Ik denk dat we veel van elkaar kunnen leren.’