Vertrekt door de Brexit ook de Engelse taal uit de EU?

Stuur ons een bericht


We proberen binnen 2 werkdagen te reageren.
Verder gelden deze spelregels.
Annuleren
? Contact
18-11-2020

Thomas Spekschoor, verslaggever Europa voor NOS Nieuws, stond er even van te kijken. Een boze Franse mail in zijn inbox, omdat hij in het Engels een vraag aan de Europese Commissie had gesteld. Volgens de briefschrijver zou vanwege de Brexit het Engels niet meer als EU-taal gebruikt moeten worden. Spekschoors tweet over het voorval leidde tot talloze verontwaardigde reacties. Het onderwerp leeft: ook Zondag met Lubach besteedde er begin deze maand aandacht aan. Maar hoe zit het nu precies met het gebruik van het Engels in de EU na de Brexit? En wat betekent deze discussie voor Nederland en het bedrijfsleven?

 

Onvoorziene gevolgen van Artikel 50

Het principe lijkt zo simpel: iedere lidstaat mag bij toetreding tot de EU één officiële taal opgeven. In 1973 was dat uiteraard het Engels voor het Verenigd Koninkrijk. Het Engels is ook een van de officiële talen van Ierland en Malta, maar vanwege het lidmaatschap van het VK was er voor hen nooit de noodzaak om de taal aan te melden. Er werd klaarblijkelijk geen rekening gehouden met (een toekomstig, aangezien het pas sinds 2009 bestaat) Artikel 50 VEU. Niemand verwachtte dat dit artikel ooit daadwerkelijk gebruikt zou worden, maar in juni 2016 gebeurde het onverwachte dan toch: het VK besloot de EU te verlaten. De status van het Engels kwam daarmee plotseling in het geding.

 

Terug naar de oorspronkelijke lingua franca?

Frankrijk zag z’n kans schoon - het Frans was immers oorspronkelijk dé EU-taal. De opkomst van het Engels in Europa is vele Fransen al decennialang een doorn in het oog. Francofielen zetten sinds het Brexit-referendum dan ook fanatiek in op het principe van de ‘verloren EU-taal’. De Europese instellingen gaat hier echter niet in mee. Zij stellen dat de Europese Raad enkel unaniem mag besluiten de EU-talen aan de passen. Zolang dit niet gebeurt, blijft de status van het Engels als EU-taal behouden. De Commissie verwijst tevens vaak naar het feit dat de taal nog steeds een van de officiële talen van Ierland en Malta is.

 

Reacties van Europarlementariërs

In het Europees Parlement bestaan, niet verrassend, verscheidene opvattingen over de kwestie. De voorzitter van de Commissie voor Cultuur en Onderwijs van het Parlement, de Duitse Sabine Verheyen (lid van de fractie van de Europese Volkspartij), laat weten zeer grote waarde te hechten aan de meertaligheid van de EU en de gelijkwaardigheid van alle EU-talen. Niklas Nienaß, eveneens Duits Europarlementariër (De Groenen) en lid van diezelfde Commissie, ziet het gebruik van het Engels niet als een probleem. De Fransman François-Xavier Bellamy, ook lid van de EVP en plaatsvervangend lid van de Cultuurcommissie, laat een ander geluid horen. Naar zijn mening wordt de meertaligheid van de EU aangetast door het ‘overmatige gebruik’ van het Engels.

 

Met Engels alleen red je het niet

Ook in ons eigen land leidt verengelsing tot felle discussies. Het Engels is meer en meer in opkomst, ten koste van het Frans en Duits. Er moet echter niet vergeten worden dat een slechte talenkennis een negatieve impact kan hebben op het Nederlandse bedrijfsleven, zoals eerder in Forum ook al werd benadrukt. Daar komt bij dat de onzekerheid die de Brexit veroorzaakt de handel met het VK bemoeilijkt. Onze zuider- en oosterburen worden daardoor nog aantrekkelijkere handelspartners. Voor een innige handelsrelatie zal een goede beheersing van het Engels dan niet voldoende zijn.

 

Exportland Nederland mag daarom de discussie over de meertaligheid van de EU niet geruisloos aan zich voorbij laten gaan. De Engelse taal zal prima blijven volstaan als lingua franca, maar het mag de andere EU-talen, en dan met name de twee andere officiële EU-werktalen (Frans en Duits), niet verdringen. Dat is niet alleen in het belang van de EU, maar vooral ook in ons eigen belang.

Nieuwsbrief Blik op Europa

Meld u aan voor de maandelijkse nieuwsbrief 'Blik op Europa' met de standpunten van VNO-NCW en MKB-Nederland op actuele EU-dossiers.