Het is crisis en daar moet ook de jarige SER mee leren dealen. Hoe gaat voorzitter Mariëtte Hamer, samen met werkgevers en vakbonden, deze strijd aan? ‘We moeten niet alleen maar noodverbandjes leggen.’
De SER viert dit jaar zijn 70-jarig bestaan: hoe zou u deze jong-bejaarde omschrijven?
‘Als een dynamisch persoon, vol ambities en voornemens. We zijn een zeer levendige organisatie. Dat is misschien een beetje raar om nu te zeggen (het SER-gebouw is zo goed als uitgestorven; red.), maar waar normaal de vergaderzalen hier vol zitten, rennen we nu van de ene Teams-vergadering naar de andere. Dat is wel echt een verschil met toen ik hier kwam in 2014.’
Wat is er dan zo anders dan vóór uw aantreden als SER-voorzitter?
‘Het eerste Energieakkoord was toen net afgesloten en wat we toen zijn gaan doen, is om ook aan de slag te gaan met de ondersteuning en uitvoering: wat is er nodig om het ook echt te laten landen bij bedrijven, werknemers en burgers? Hetzelfde doen we bijvoorbeeld bij IMVO, internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen. Dat werken we met elkaar uit in praktische convenanten. Of neem ons advies ‘Diversiteit in de top, tijd voor versnelling’. Dat is niet alleen integraal overgenomen door de Tweede Kamer, maar de SER werkt nu ook aan het opbouwen van een afdeling om bedrijven te helpen met het diversiteitsbeleid in hun onderneming.’
Wie is Mariëtte Hamer?Mariëtte Hamer (62) werd geboren in Amsterdam. Na de lerarenopleiding, studeerde ze Algemene Taalwetenschappen aan de UvA. Begin jaren 80 was ze oprichter en voorzitter van de Landelijke Studentenvakbond. In 1995 werd ze lid van het PvdA-partijbestuur. Van 1998 tot 2014 zat ze in de Tweede Kamer, van 2008 tot 2010 als fractievoorzitter. Sinds 2014 is ze voorzitter van de SER.
Het jaar 2014 lijkt inmiddels wel een eeuw geleden. Nog geen vluchtelingencrisis, nog geen Trump, geen corona. Wat is er in die 6 jaar veranderd in de maatschappelijke verhoudingen?
‘Wat ik zie, is dat er na een periode van individualisering een soort tegenbeweging is ontstaan. Er is een behoefte bij maatschappelijke partijen om elkaar weer meer op te zoeken. Toen ik hier kwam, zat er nog een kabinet (Rutte II, coalitie van VVD en PvdA; red.) dat behoorlijk gericht was op de polder. Er was toen net een Sociaal Akkoord gesloten. Bij de start van het huidige kabinet was de verwachting dat dit minder zou worden, maar het werd alleen maar meer. En die behoefte om elkaar wat meer op te zoeken, zie je niet alleen in de politiek. Kijk maar hoezeer de spanning in de samenleving oploopt, nu dat veel minder kan vanwege corona.’
‘We hoeven niet alleen maar naar de overheid te kijken voor oplossingen’
Dat elkaar opzoeken lijkt vooral te gebeuren rond complottheorieën over 5G en Corona. De polarisering neemt toch juist toe?
‘Ja, we zien een groep die definitief begint af te haken. Maar er is ook een tegenbeweging. Bij de SER proberen we beter of - beter gezegd - bréder te kijken naar wat er aan de hand is in de samenleving. Bijvoorbeeld door er ook andere maatschappelijke organisaties bij te betrekken.’
Is het probleem niet juist dat een grote groep geen vertrouwen meer heeft in organisaties en instituties?
‘De Nederlandse burger heeft nog altijd relatief veel vertrouwen in instituties zoals bijvoorbeeld de vakbonden, blijkt uit onderzoek van het Sociaal Cultureel Planbureau. Wat nog niet wil zeggen dat mensen nog lid worden overigens, want dat doen ze over het algemeen minder. Toch zie ik het als onze opdracht om die groep zoveel mogelijk te betrekken. Datzelfde proef ik ook bij de voorzitters van de werkgeversorganisaties en de vakbonden: we moeten de boel bij elkaar houden.’
Wat is de SER?De Sociaal-Economische Raad (SER) is een adviesorgaan waarin ondernemers, werknemers en onafhankelijke deskundigen (kroonleden) samenwerken, om tot overeenstemming te komen over belangrijke sociaal-economische onderwerpen. De SER adviseert de regering en het parlement over het sociaal-economisch beleid. Ook faciliteert de SER akkoorden en convenanten. Voorbeelden zijn de totstandkoming van het Energieakkoord en diverse convenanten voor internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen.
Wat is daarvoor nodig?
‘De toenemende kloof tussen arm en rijk heeft er mee te maken. Corona heeft daar een vergrootglas op gezet. Maar er speelt meer, zoals de ontwikkelingen op social media. Mensen laten zich via andere bronnen beïnvloeden. We zitten allang niet meer allemaal keurig elke avond naar de NOS te kijken. Mensen hebben grote zorgen en klampen zich dan vast aan geluiden die hen beter passen dan de wetenschappelijke lijn. Ze zijn boos en komen in actie. Denk aan de gele hesjes, aan #ikdoenietmeermee. Positief eraan is de energie die van waarde kan zijn voor de samenleving. We moeten naar elkaar luisteren, elkaar willen begrijpen en echt helpen.’
Interview gaat na de foto verder