Jetta Klijnsma: ‘Werkgevers zijn goed bezig met het 100.000 banenplan’

Stuur ons een bericht


We proberen binnen 2 werkdagen te reageren.
Verder gelden deze spelregels.
Annuleren
? Contact
23-06-2016

Het is inmiddels een jaar geleden dat overheid en werkgevers tekenden voor een 100.000 banenplan voor arbeidsgehandicapten. Werkgevers zijn goed bezig, maar helemaal tevreden is Jetta Klijnsma nog niet. ‘Als overheid moeten we een tandje bijzetten.’

‘Ik wil zo graag dat iedereen meedoet en meekan doen. En dat het dan niet uitmaakt of je wel of geen beperking hebt.’ Tijd voor een volgende emancipatiegolf, vindt Jetta Klijnsma zitten. Ze blijft optimistisch en opgewekt. Dat is haar handelsmerk. En het lijkt erop dat ze daar een jaar na de start van het 100.000 banenplan voor arbeidsgehandicapten ook wel reden toe heeft. Werkgevers hebben hun eerste streefcijfer (zesduizend banen) naar verwachting gehaald. Natuurlijk, er wordt wel her en der gezucht over de bureaucratie en wat ingewikkeldheden in de regeling die Klijnsma optuigde om werkgevers te stimuleren arbeidsgehandicapten aan de te nemen. Maar al met al is ze best tevreden, zegt ze.

Mevrouw Klijnsma, bij de overheid gaat het nog niet zo hard met het aannemen van arbeidsgehandicapten
‘Dan zeg je het nog heel netjes. De aanjager voor de overheid, Hans Spigt, is een stuk minder vrolijk dan Aart van der Gaag (aanjager van het 100.000 banenplan voor het bedrijfsleven; red.). Bijvoorbeeld de Belastingdienst, de politie en het onderwijs moeten nog wel een tandje bijzetten. Ik vind het werkelijk geen gezicht als overheidswerkgevers achterblijven, zeker nu de markt laat zien dat het gewoon kan.’

Als werkgevers erin slagen, moet de overheid het al helemaal kunnen. Overheidsinstanties hoeven niet te concurreren
‘Op de budgetten van de overheid is de afgelopen jaren flink gekort om de rijksbegroting op orde te krijgen. Er wordt dan gezegd: ‘Het is allemaal al zo lastig, we hebben al afscheid moeten nemen van veel mensen.’ Maar dat geldt ook voor ondernemers vanwege de crisis. Daar ben ik dus niet zo van onder de indruk. Het kan echt nog een stuk beter.’

En uw eigen ministerie dan?
‘Ik haal mijn deel prima. Op de beleidsafdeling werken bijvoorbeeld mensen met een fysieke beperking die hier in een elektrische rolstoel naartoe komen. Of mensen in ondersteunende functies, bijvoorbeeld op de afdeling voorlichting. Het zal me toch niet gebeuren dat dat hier niet lukt.’

Is er iets veranderd bij werkgevers? Merkt u dat ze arbeidsgehandicapten eerder een kans geven?
‘Enorm. En ik kan het vergelijken, want in 2009 was ik ook staatssecretaris. Ook toen probeerde ik werkgevers te verleiden om mensen uit de sociale werkbedrijven of uit de Wajong aan te nemen. Er lag alleen nog geen Sociaal Akkoord op tafel. Nu is het hele nadenken en praten over de inzet van arbeidsgehandicapten veranderd, ook dankzij de werkgeversverenigingen. Ondernemers gaan de goede kant op. In juli komen de cijfers en volgens Aart van der Gaag heeft de markt het eerste streefcijfer gehaald.’

‘Het is zo lastig? Daar ben ik niet van onder de indruk’

Toch mopperen ondernemers nog wel eens op de wet. Als ze inkopen bij bedrijven die hun werk laten uitvoeren door mensen met een arbeidshandicap, telt dat niet mee voor de banenafspraak. Dat is toch zonde?
‘Zeker. Ik wil ook heel graag dat ze wel meetellen voor de banenafspraak. In de praktijk blijkt dat lastig te zijn. Het UWV heeft al moeite om detacheringen bij te houden en toe te rekenen aan de juiste bedrijven. Laat staan mensen die via een andere omweg toegerekend zouden moeten worden. Het moet wel goed geturfd worden, anders wordt iedereen er ongelukkig van. Volgens een onderzoek van Berenschot kan een goede regeling voor inkoop stimulerend werken. Maar we moeten dus eerst uitzoeken of dat geteld kan worden.’

Wat is de Participatiewet ook al weer?
De Participatiewet voegt drie aparte regelingen samen: de Wajong (Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten), de WWB (de Wet werk en bijstand) en de WSW (de Wet sociale werkvoorziening). De wet moet ervoor zorgen dat deze mensen, die een afstand hebben tot de arbeidsmarkt, zoveel mogelijk in reguliere banen werken. Onder deze regeling vallen mensen die wél kunnen werken, maar niet zelfstandig het wettelijk minimum loon kunnen verdienen. Gehandicapten die nu 18 jaar worden, krijgen alleen nog een Wajonguitkering als ze echt niet aan de slag kunnen bij een reguliere werkgever.
Klijnsma heeft inmiddels al een aantal keer de wet aangepast om tegemoet te komen aan de kritiek uit de praktijk. Zo besloot ze in maart dat ook werkgevers die al een werknemer met een arbeidsbeperking in dienst hebben loonkostensubsidie kunnen aanvragen.

Ook werknemers met een fysieke beperking of lichte arbeidsbeperking tellen niet mee.
‘Hallo, de banenafspraak is juist bedoeld voor mensen met een stevige beperking die om die reden niet in staat zijn zelfstandig het minimumloon te verdienen. Wie dat wel zelfstandig kan, valt er niet onder.’
‘Ik snap dat mensen met een lichte beperking bang zijn dat werkgevers nu voorrang geven aan arbeidsgehandicapten met een zware beperking. En toch zet ik door. Want ik wil nu dat die laatste groep mee kan doen. Bovendien, gemeenten moeten hen ook aan het werk helpen, met alle instrumenten die er zijn.’

Volgens veel ondernemers is de bureaucratie waarmee ze te maken hebben bij het aannemen van arbeidsgehandicapten enorm. Wat gaat u daar aan doen?
‘Ik blijf kijken, bijvoorbeeld samen met het UWV, welke zaken beter en eenvoudiger geregeld kunnen worden voor werkgevers. Het is heel belangrijk dat er hele korte lijnen zijn tussen werkgevers, gemeenten en het UWV.  Maar ik hoop ook dat werkgevers met goede ervaringen die ook delen met andere ondernemers. Want zo ingewikkeld is het allemaal niet.’

Het gaat nog wel eens mis bij de matching. Een groot deel van de arbeidsgehandicapten blijft daardoor niet langer dan zes maanden op de werkvloer.
‘Dat beeld herken ik tot op zekere hoogte. Soms gaat het goed, en soms komen werkgever en werknemer er achter dat het niet lukt na een proefperiode. Bijvoorbeeld omdat het toch niet de juiste plek is. Maar zo gaat het bij reguliere banen ook.’

Maar niet op die schaal.
‘Die matching is ontzettend belangrijk en ik zal niet onder stoelen of banken steken dat dat nog veel beter kan. Op dit moment worden er bij het UWV profielen gemaakt van mensen met een beperking. In plaats van alleen registraties van wat ze allemaal niet kunnen, wordt er juist gekeken naar wat ze wél kunnen. Dat moeten gemeenten ook gaan doen, maar dat gebeurt nu nog mondjesmaat. Alleen dan kun je mensen goed in de etalage zetten.’

Gemeenten hebben ook nog een flinke klus te klaren met het beschutte werk voor mensen die geen reguliere baan kunnen krijgen. Dat lijkt niet goed van de grond te komen.
‘Daarom ben ik blij dat de SER daar nu voor heeft gewaarschuwd. We zien dat de sociale werkbedrijven er toe doen. Ze hebben enorm veel expertise in het goed begeleiden van mensen. Ik wil ze dan ook absoluut niet afbouwen. Ze moeten juist benut worden voor het begeleiden van mensen naar regulier werk.’

Maar gemeenten maken er geen werk van.
‘We hebben de gemeenten beleidsvrijheid gegeven bij het realiseren van dertigduizend werkplekken. Toen ze aan de bel trokken en lieten weten dat dat lastig ging, heb ik naast epertise en hulp ook nog eens 100 miljoen euro beschikbaar gesteld, verdeeld over een periode van vijf jaar. Maar nog steeds lukt het ze niet. Terwijl er ook voorbeelden zijn waar het wel goed gaat: Leiden, Apeldoorn en Den Haag. Het kan dus wel. Mensen laten fröbelen op een dagbesteding in plaats van laten werken, dat kan dus niet.’

Wanneer is de maat vol?
‘Ik ben er langzamerhand wel klaar mee. We zijn nu 1,5 jaar bezig en ik verwacht binnenkort het inspectierapport. Als daaruit blijkt dat het niet goed gaat, dan pas ik de wet aan.’
‘Ik wil zo graag dat iedereen meedoet en mee kan doen. En dat het dan niet uitmaakt of je wel of geen beperking hebt. Ik zie dat werkgevers druk bezig zijn en enthousiast zijn. Ik hoop op een soort zwaan kleef aan effect. Daar heeft de hele samenleving lol van. Vroeger vonden we dat gehandicapten maar lekker thuis moesten zitten. Maar dat pikken mensen met een beperking niet meer. Die willen emanciperen, net als vrouwen dat eerder ook hebben gedaan.’

Wat is er afgesproken in het Sociaal Akkoord?
In het Sociaal Akkoord hebben het kabinet, werkgevers en werknemers afgesproken dat ze extra banen gaan creëren voor mensen met een arbeidshandicap, omdat deze groep lastig aan het werk komt. Dat gaat om 125 duizend banen, die voor 2026 gerealiseerd moeten zijn. Werkgevers nemen honderdduizend banen voor hun rekening, de overheid 25 duizend. Tot de doelgroep behoren mensen die onder de Participatiewet vallen en niet zelfstandig het minimumloon kunnen verdienen, mensen met een WSW-indicatie, Wajongers en mensen die voorheen werk kregen van de gemeente. In ruil hiervoor kunnen werkgevers loonkostensubsidie krijgen, net als een no-riskpolis voor het geval de werknemer ziek wordt, en jobcoaching.

Wie is Jetta Klijnsma?
Jetta Klijnsma (Hoogeveen, 1957) is sinds november 2012 staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Dat was ze ook al van 2008 tot 2010 in het kabinet-Balkenende IV. In de tussenperiode was Klijnsma actief als Tweede Kamerlid voor de PvdA. Voor haar carrière in landelijke politiek, was ze wethouder in Den Haag. Ze studeerde geschiedenis in Groningen.

Dit artikel komt uit de print Forum
Judith Katz
eindredacteur Forum
+31 70 3490 162