Hoe Mariëtte Hamer de ratio terug kreeg in het TTIP-debat

Stuur ons een bericht


We proberen binnen 2 werkdagen te reageren.
Verder gelden deze spelregels.
Annuleren
? Contact
13-07-2016

Overal in Europa is TTIP, het handelsverdrag met de VS, een splijtzwam in de samenleving. En leidt tot emotionele demonstraties. Maar in Nederland hebben werkgevers en werknemers elkaar juist gevonden. Hoe SER-voorzitter Mariëtte Hamer dat voor elkaar kreeg.

Mariëtte Hamer, voorzitter van de SER, is niet boos, misschien wel teleurgesteld. De Sociaal-Economische Raad leverde onlangs met een advies over het Europees-Amerikaanse handelsverdrag TTIP een unieke prestatie door werkgevers én werknemers op een gezamenlijke lijn te krijgen. Mét aandacht voor de angsten van werknemers en mét aanbevelingen voor een goed functionerend arbitrageverdrag, wat het bedrijfsleven belangrijk vindt. Dat is een groot contrast met het buitenland waar alle partijen lijnrecht tegenover elkaar staan. Des te merkwaardiger dat het advies, ondanks de vele en felle discussies van voor- en tegenstanders, bijna voor kennisgeving aangenomen lijkt te zijn. ‘Ik had verwacht dat er meer over geschreven zou worden’, zegt Hamer. ‘En inhoudelijk vond ik de weinige analyses in de kranten nogal zwak.’

Zoals vaak worden profeten in eigen land miskend. Hamer: ‘We kunnen de Engelse vertalingen bijna niet aanslepen. We merken dat in landen om ons heen eigenlijk iedereen wel op deze manier worstelt en zowel werkgevers als vakbeweging zijn heel erg in ons advies geïnteresseerd.’ Het kabinet heeft al gezegd de aanbevelingen van de SER over te nemen en in de Tweede Kamer is het advies positief ontvangen. Maar dat wil niet zeggen dat de politieke barricades zijn verlaten, verwacht Hamer. ‘Je moet politiek en polder niet met elkaar verwarren. Politiek gaat per definitie over het uitventen van verschillen, terwijl we hier proberen te zoeken naar wat ons bindt.’

‘Maak de zorgen van de burger  bespreekbaar: dat is de opdracht voor polder en politiek’

Moest u sleuren om de vakbonden aan de tafel te krijgen?
‘Er zijn wel een paar telefoontjes aan vooraf gegaan, toen het duidelijk was dat het niet om een keuze voor of tegen TTIP ging, maar om welke waarborgen, kon de vakbeweging mee doen. Werkgevers zitten natuurlijk veel positiever in de discussie. Voor de vakbeweging ging het om de vraag: onder welke condities wil je dat verdrag, wat wil je behouden? En het is van werkgevers plezierig geweest dat ze daarop ingestapt zijn. Gaandeweg werden beide kanten bewust van de arbeidsverhoudingen, de standaarden en de bescherming voor mens en dier die we met elkaar proberen vast te houden. Als we TTIP gaan doen, wat willen we daar dan van terugzien?’

Eigenlijk gaat het SER-advies veel verder dan de vraag die minister Ploumen bij het overlegorgaan neerlegde. De minister wilde weten wat voor impact het vrijhandelsverdrag op de arbeidsvoorwaarden en arbeidsomstandigheden in Nederland zal hebben. In de publieke discussie wordt door tegenstanders van het verdrag onder andere – onterecht – aangevoerd dat de Europese standaarden vervangen gaan worden door lagere Amerikaanse. Het resultaat was naast een advies, ook een kader voor onderhandelingen en een beoordeling van elementen die de SER-partners belangrijk vinden. Hoe meer van die elementen terug te vinden zijn in TTIP, des te groter de kans is op een breed draagvlak.

Wat is het meest ingewikkelde in zo’n discussie? Vertrouwen?
‘Het mooie is dat in toenemende mate het vertrouwen is ontstaan dat de partijen zich in elkaars kansen en problemen kunnen verplaatsen. Je begint natuurlijk met een totaal verschillende positie aan tafel.’

Waarom is het advies breder getrokken dan de minister vroeg? 
‘Dat speelde met name voor de vakbeweging. Die wilde het ook over de andere zorgen in de samenleving en in hun achterban, hebben dan alleen over arbeidsverhoudingen. Maar ook werkgevers wilden het advies wel verder trekken. Ik denk dat beide partijen voelen dat het steeds belangrijker wordt om, bij alle emotie en beeldvorming, samen in de problematiek te duiken om van elkaar beter te begrijpen wat nu precies het probleem is. We wilden de reële zorgen van de mensen over het verdrag omzetten in feiten. Rationaliseren wat er onder de emotie ligt. Dan wordt een probleem inzichtelijker en wordt het mogelijk om te zeggen: ‘Als ik het wil oplossen, wil ik het op die en die manier doen.’ We hebben geprobeerd om een advies neer te leggen dat uitstijgt boven TTIP en dat je ook op andere verdragen van toepassing kunt verklaren. Ik denk dat ons advies de kwaliteit van het onderhandelingsproces wel verbetert en het politieke debat ook.’

Heeft Nederland wel een kans om dit advies over te brengen naar de andere EU-landen waar ze nog worstelen met het TTIP-proces? 
‘Dat hangt er van af hoe onze vertegenwoordigers zich in de onderhandelingen positioneren. Nu andere partijen in andere landen dit rapport krijgen, hopen we natuurlijk dat daar zo’n zelfde visieontwikkeling plaatsvindt als hier. We hebben hier de Europese werkgevers gehad, de Europese werknemers en de Europese Commissie, dus ik hoop dat er een soort gezamenlijke visie ontstaat. Ik heb de oprechte indruk dat binnen al die andere gremia gezocht wordt naar een manier om TTIP op een goede manier vorm te geven.’

Wie is Mariëtte Hamer?
Sinds 2014 is Mariëtte Hamer (58) voorzitter van de Sociaal-Economische Raad. Ze begon haar carrière in het onderwijs. In de jaren tachtig was ze onder meer werkzaam als directeur volwasseneneducatie en vormings- en jongerenwerk op de Zuid-Hollandse eilanden. In 1992 maakte ze de over-stap naar het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, waar ze als projectleider arbeidsmarkt en onderwijs en als afdelingshoofd op de directie Hoger Beroeps Onderwijs werkte. In 1998 werd ze Tweede Kamerlid voor de PvdA. Van 2008 tot 2010 was zij fractievoorzitter.

Is door het kabinet tijdens zijn EU-voorzitterschap wel genoeg promotie gemaakt voor uw TTIP-advies? Dat was toch een uitgelezen moment.
‘Volgens mij probeert minister Ploumen dat ook wel goed te doen. Maar iedereen moet zijn eigen kanalen gebruiken, ook VNO-NCW, ook onze vakbeweging. En wij ook met onze contacten in het buitenland. TTIP is geen proces waarbij je aan een iemand vertelt: Als jij dit even goed uit onderhandelt dan is het klaar.’

De Nederlanders zijn zoekende, denkt Hamer, en dat merk je aan de emotionele toon in het TTIP-debat. Oude zekerheden zijn er niet meer en het is maar de vraag of er nieuwe zekerheden voor in de plaats komen. Dat vraagstuk speelt ook elders in Europa en de wereld. De EU constateerde in juni dat er wereldwijd weer meer protectionistische handelsmaatregelen zijn genomen. ‘Misschien moesten de Britten ook maar eens een SER-onderzoek laten doen’, zegt Hamer half-serieus met een verwijzing naar de Brexit-perikelen. Niet iedereen kan omgaan met die onzekerheid en daar moet de polder zich ook op gaan richten, vindt ze. ‘Wie willen wij zijn als Nederland en in Europa. Dat fundamentele debat komt er aan’, voorspelt de SER-voorzitter. ‘Met processen zoals het TTIP-advies proberen we ervoor te zorgen dat mensen grote kwesties weer kunnen overzien. Ik denk dat veel mensen zich afvragen: Is de wereld in mijn straatje, mijn stad en mijn eigen land nog wel beheersbaar en kan ik er in meedoen? Daar worden mensen emotioneel van.’

Wordt dat de nieuwe vorm voor de SER. Niet hoe krijgen we de meningen gelijk, maar hoe krijgen we het gevoel gelijk?
‘Met de hoeveelheid aan media en beïnvloeding, kun je gevoel en mening in het debat niet meer los van elkaar zien. Gevoel bepaalt de mening en het debat wordt steeds vaker op beelden gevormd. Mensen worden mondiger, gaan sneller de discussie aan, vormen sneller een mening en een mening is vaak een uiting van een emotie. Als je zo’n emotioneel probleem gaat rationaliseren, is het vaak terug te brengen tot: als we bepaalde regels wat helderder en simpeler maken, kunnen we er beter mee om gaan. Feiten helpen om het debat te rationaliseren. Maar een gerationaliseerd debat moet wel ingaan op de onderliggende emoties, anders ga je over de hoofden van de mensen heen. Je moet hun zorgen bespreekbaar maken. Dat is een gezamenlijke opdracht voor de polder en de politiek.’

Remko Ebbers
redacteur Forum
+31 70 3490 163