Wijzigingsvoorstel Drank- en Horecawet, brief aan de VC voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport van de Tweede Kamer

Stuur ons een bericht


We proberen binnen 2 werkdagen te reageren.
Verder gelden deze spelregels.
Annuleren
? Contact
04-09-2020

Geachte dames en heren,

 

Op nader te bepalen datum, doch op korte termijn, zal een plenaire vergadering van uw Kamer plaatsvinden over het voorstel van staatssecretaris Paul Blokhuis tot wijziging van de Drank- en Horecawet (DHW) in verband met het Nationaal Preventieakkoord en evaluatie van de wet. VNO-NCW en MKB-Nederland zijn blij dat er in de DHW spelregels zijn vastgelegd waarmee problematisch alcoholgebruik wordt tegengegaan. Dat is een van de doelstellingen van het Preventieakkoord en daarom is het goed dat de DHW nu wordt geactualiseerd.

 

Het wijzigingsvoorstel bevat goede elementen zoals de strafbaarstelling van wederverstrekking van alcohol aan minderjarigen, schrapping van overbodige inrichtingseisen en de mogelijkheid voor 14- en 15-jarigen om in het kader van een stage/opleiding te werken in ruimten waar alcoholische dranken worden verstrekt. Het is bovendien goed dat de NVWA verantwoordelijk wordt voor de handhaving van de regels omtrent online verkoop. We verwelkomen het initiatief van de staatssecretaris om een update te geven aan de DHW.

 

We hebben we echter ook belangrijke zorgen over de uitwerking van een aantal wijzigingen.

De voorgestelde wet kent in de huidige vorm nog te veel grijze gebieden en zelfs open eindjes:
(1) er zijn praktische belemmeringen en onduidelijkheid omtrent de 25%-kortingregels,
(2) de regels en handhaving rondom online verkoop zijn onvoldoende uitgewerkt en leggen hoge lasten en verantwoordelijkheid bij ondernemers, zonder dat die daadwerkelijk sluitende controle op handhaving van de leeftijdsgrens van 18 jaar kunnen garanderen,
(3) het voorstel laat de kans liggen om overbodige administratieve lasten voor ondernemers weg te nemen en het Register Sociale Hygiëne nog beter te benutten en
(4) er worden onnodige bevoegdheden om aanvullende maatregelen te nemen aan gemeenten toegekend.¹
Bovendien komt daar nog eens bij dat zowel de horeca- als retailsector als gevolg van de coronacrisis te kampen hebben met een grote terugval in de omzet.

 

Dat – in combinatie met het gekozen tijdpad – leidt tot knelpunten bij de uitvoering van de wet, waardoor er rechtsonzekerheid en rechtsongelijkheid, alsook onnodige administratieve lasten voor ondernemers ontstaan. Regels die bijdragen aan de doelstellingen van het preventieakkoord moeten in ieder geval goed uitvoerbaar zijn voor ondernemers en niet tot onnodige lasten leiden.
Het zou goed zijn als het huidige voorstel daarom wordt aangepast.

 

Met vriendelijke groet,

 

Guusje Dolsma
Plaatsvervangend directeur Beleid

 

¹ In de bijlage worden deze knelpunten uitgebreider besproken.

 


 

Bijlage

 

1. Maximale korting van 25% (artikel 2a, lid 1 en 2)
De wetswijziging introduceert een verbod op prijsacties bij de verkoop van alcohol. Prijsacties met meer dan 25% korting ten opzichte van 'de prijs die in het betreffende verkooppunt gewoonlijk wordt gevraagd' worden verboden. In het voorstel wordt echter nog onvoldoende rekening gehouden met de planning van de sector en is er onduidelijkheid over begrippen en meetmethoden.

 

De planning
Er wordt naar gestreefd de wetswijziging per 1 januari 2021 in werking te laten treden. Maar nu al zijn producenten/importeurs en verkopers van alcoholhoudende dranken bezig met het maken van afspraken over acties en aanbiedingen voor de hele kalender van 2021. De lead-time is een half jaar tot een jaar. Inwerkingtreding op 1 januari 2021 is daardoor nu al niet meer haalbaar.

  • Ingang per 1 januari is voor de ondernemers in de sector niet haalbaar, dat kan opgelost worden door een redelijke overgangsperiode op te nemen in het voorstel.

 

Onduidelijkheid
Prijsacties met meer dan 25% korting ten opzichte van 'de prijs die in het betreffende verkooppunt gewoonlijk wordt gevraagd' worden verboden. Ook wordt verboden om 'de indruk te wekken dat' meer dan 25% korting wordt gegeven. De interpretatie van deze begrippen laat nog te veel vragen onbeantwoord. Wat geldt bijvoorbeeld als grondslag voor het bepalen van de gebruikelijke prijs? Hoe zit het met de handhaafbaarheid van de regel (moeten handhavers per verkooppunt van ieder product een gebruikelijke prijs vaststellen?). En waar ligt de grens van 'de indruk wekken dat' meer dan 25% korting wordt gegeven?

  • Voor ondernemers is het van belang dat zij weten waar ze aan toe zijn. Rechtsonzekerheid kan worden voorkomen door aan de Kamer meer duidelijkheid te verschaffen over de interpretatie van artikel 2a lid 1 en 2.

 

2. Leeftijdsverificatie bij online verkoop (artikel 20a)
Het is goed dat regels voor de online verkoop van alcoholhoudende dranken geïntroduceerd worden en de handhaving wordt geregeld. Door betere regulering van de online verkoop van alcoholhoudende dranken moet de naleving van de verkoopleeftijdsgrens verbeteren, daar waar die nu ver onder de maat is.² Desondanks zien we dat de uitwerking verbetering behoeft. De regels houden o.a. de verplichting voor de verkoper in om al bij het plaatsen van een bestelling door middel van een leeftijdsverificatiesysteem vast te stellen dat de koper 18 jaar of ouder is. Bovendien wordt de online verkoper de enige verantwoordelijke (en aansprakelijke) voor de naleving van de leeftijdsgrens in de keten naar aflevering.

 

Niet bewezen effectief
De redenering van de staatssecretaris gaat ervan uit dat een online leeftijdsverificatiesysteem en geborgde werkwijze van de online verkoper leiden tot een sluitend systeem van controle op leeftijd. Het is echter niet uit te sluiten dat een minderjarige alcohol in handen krijgt als de aandacht wordt verlegd van daadwerkelijke controle en beboeting door de NVWA aan de deur. Er bestaat nog geen bewezen effectief publiek leeftijdsverificatiesysteem om dat te bereiken en ook hebben geborgde werkwijzen zich in de praktijk nog niet bewezen door sluitende afspraken met bezorgdiensten en afhaalpunten die de aansprakelijkheid en verantwoordelijkheid aanvaarden voor hun opereren in de keten. Ook de ATR concludeert dat voor een sluitende en handhaafbare aanpak bij online verkoop.³ Ook zal de overheid moeten zorgen voor een online ID (wat er op dit moment nog niet is) om een lock-in in een commercieel verificatiesysteem te voorkomen.

  • We pleiten daarom, conform het advies van de ATR, voor uitstel van de maatregelen voor online 'leeftijdsverificatiesysteem' en 'geborgde werkwijze' tot in een tweede fase. Tussentijds moeten gebruik en werking van een leeftijdsverificatiesysteem en een geborgde werkwijze met behulp van een praktijkproef getest worden.

 

Buitenland
De nieuwe wet geldt niet voor aanbieders in het buitenland. Nu al zijn online verkooppunten (webshops) bewust net over de grens gevestigd en dat zal naar verwachting alleen maar toenemen. Dit leidt tot een ongelijk speelveld.

  • We hebben zorgen over wat dit betekent voor de concurrentiepositie van Nederlandse ondernemers; in het hele land en in het bijzonder in de grensregio's. Het is van belang dat naleving van de leeftijdsgrens voor iedereen geldt en daarbij moet ook oog zijn voor online grensoverschrijdende verkoop.

 

3. Bijschrijven van (dag)leidinggevenden & Register Sociale Hygiëne
Het is goed dat in de nieuwe wet is opgenomen dat het Register Sociale Hygiëne openbaar kan worden geraadpleegd door toezichthouders. Zo kan een toezichthouder eenvoudig checken of de aanwezige leidinggevende de vereiste verklaring sociale hygiëne heeft. Dat betekent echter ook dat daarmee de huidige administratieve koppeling tussen inrichtingsvergunningen en personeel overbodig wordt. De eigenaar moet vanzelfsprekend op de vergunning blijven staan, maar het (proces van) het verplicht bijschrijven van elke mogelijke dagelijks leidinggevende is overbodig. Dat proces levert namelijk voor ondernemers, die te maken hebben met frequente mutaties in het personeelsbestand (zoals in de horeca en slijterijen) flinke administratieve lasten op en brengt ook aanzienlijke kosten met zich mee (vb: in gemeente Amsterdam stegen de leges in 2020 van €251 per mutatie naar €376,-, wat bij een gemiddelde van 4 mutaties per jaar daarmee oploopt tot boven de duizend euro per jaar).

 

In het bijzonder met het oog op het zware weer waar zowel de horeca- als de retailsector in verkeren vanwege de coronacrisis, is de voorgestelde wetswijziging een opportuun moment om deze last voor die sectoren weg te nemen.

  • Vergemakkelijk het toezicht op de bevoegdheid van personeel om alcohol te schenken/verkopen en verlicht onnodige lasten voor ondernemers door slimmer gebruik te maken van het Register Sociale Hygiëne in plaats van de kostbare administratieve koppeling van personen aan de inrichtingsvergunning.

 

4. Bevoegdheden gemeente (artikel 25a, lid 2, en 25e)
Onder de nieuwe wet krijgen gemeenten een te ruime bevoegdheid om aanvullende maatregelen te nemen. Ten eerste gaat de wet toestaan dat slijters betaald proeverijen mogen organiseren; dat is een goede ontwikkeling. Gemeenten lijken nu echter het recht te krijgen om op gemeentelijk niveau proeverijen wel of niet toe te staan. Dat betekent dat slijters in verschillende gemeenten verschillend behandeld kunnen worden en dat levert een ongelijk speelveld op. Ten tweede verwelkomen we de schrapping van het besluit 'eisen inrichtingen DHW' van harte. Onnodig aanvullende inrichtingseisen (zoals ventilatie-eisen en plafondhoogte) komen daarmee te vervallen. De wet gaat echter toestaan dat gemeenten individueel toch eisen kunnen stellen aan de minimale oppervlakte van een inrichting en de definitie van inrichting ("vier muren met een dak") is te open. Opnieuw zorgt dat voor een ongelijk speelveld omdat horeca en slijterijen verschillend behandeld kunnen worden in verschillende gemeenten.

  • bevoegdheden die worden toegekend aan individuele gemeenten om proeverijen te verbieden of minimale oppervlakte eisen te stellen zorgen voor een ongelijk speelveld. Graag zien wij hoe verschillen in preventieve maatregelen tussen gemeenten worden voorkomen en een gelijk speelveld wordt geborgd door een nationaal preventiebeleid. Verder wordt aanbevolen om de bestaande definitie van inrichting uit het huidige besluit (artikel 1, lid 2) over te hevelen naar de definities van de nieuwe Alcoholwet (artikel 1, lid 1).

 

² Nuchter, Alcohol & tabaksverkoop aan jongeren 2016
³ Advies adviescollege toetsing regeldruk