Wet betaald ouderschapsverlof, brief aan de VC voor SZW van de Tweede Kamer

Stuur ons een bericht


We proberen binnen 2 werkdagen te reageren.
Verder gelden deze spelregels.
Annuleren
? Contact
13-11-2020

 Geachte dames en heren,

 

Graag willen VNO-NCW en MKB-Nederland u enkele punten onder de aandacht brengen met betrekking tot de wijzigingsvoorstellen Wet arbeid en zorg, de Wet flexibel werken en andere wetten in verband met de implementatie van Richtlijn (EU) 2019/1158 betreffende het evenwicht tussen werk en privéleven voor ouders en mantelzorgers.

 

Allereerst ondersteunen VNO-NCW en MKB-Nederland de participatiedoelstelling van het wetsvoorstel van harte. Het faciliteren van de combinatie arbeid en de zorg voor kinderen vinden wij van groot belang, en wij onderschrijven dat dit bereikt kan worden via deels betaald ouderschapsverlof gedurende in het eerste jaar, ondanks de organisatorische en praktische consequenties die uitbreiding van verlof heeft voor ondernemers.

 

Niettemin bestaan op twee punten bezwaren tegen de invulling die gekozen is. 1) De complexiteit en versnipperdheid van verlof na de geboorte staan de effectiviteit en toegankelijkheid in de weg. En 2) de financiering van verlof kent een breed maatschappelijk belang en kunnen – bovenop de recente verzwaringen van werkgeverslasten voor verlof – niet vooral bij werkgevers neergelegd worden.

In lijn met eerdere SER-adviezen en inbreng van Stichting van de Arbeid bepleiten wij een optimalisering van verlof en financiering vanuit de algemene middelen.

 

Arbeidsdeelname vrouwen

Het verhogen van de arbeidsdeelname van vrouwen in uren vergt een integrale aanpak. Er is een pakket aan maatregelen nodig om de zogenaamde deeltijdklem aan te pakken, waaronder betaald ouderschapsverlof, goede toegankelijke en betaalbare kinderopvang en/of moderne schooltijden, zoals ook in verschillende SER adviezen beschreven.[1]  

Dit wetsvoorstel past daarin en kan ertoe bijdragen dat de keuze van veel vrouwen om in deeltijd te gaan werken, en in deeltijd te blijven werken na bevallings- en zwangerschapsverlof, verandert.

Daarom steunen wij het introduceren van betaald ouderschapsverlof in het eerste jaar, dat beoogt een meer evenwichtige verdeling in zorgtaken en kan leiden tot per saldo hogere arbeidsdeelname van met name vrouwen.

 

SER-advies Optimalisering van verlof na geboorte kind 

Voor twee punten willen wij uw aandacht vragen: de vereenvoudiging van het verlof en de financiering ervan en daarmee het SER-advies Optimalisering van verlof na geboorte kind te volgen. In dit advies is unaniem aanbevolen om een aantal regelingen te integreren en daarmee het stelsel te vereenvoudigen. Belangrijk is daarbij om verlofmogelijkheden voor ouders te verbeteren, en een financieringswijze in te voeren die recht doet aan een verdeling van de verantwoordelijkheden en lasten. Hierdoor zou een meer eigentijdse, geëmancipeerde en eenvoudigere regeling tot stand kunnen komen. Daarbij moet overigens voorkomen worden dat een verlofregeling een eenzijdige lastenverzwaring is voor werkgevers, en daarmee leidt tot een afbreuk van draagvlak van de beoogde regeling. Er moet gekozen worden voor een financieringsvorm die recht doet aan het maatschappelijke belang en de maatschappelijke baten.

 

Vereenvoudiging

De huidige regelingen zijn, wat het stelsel in de praktijk buitengewoon complex maakt. Het huidige stelsel van verlof na de geboorte is een versnipperd landschap met verschillen qua voorwaarden en financiering. Daarmee is het de praktijk en uitvoering complex voor werkgever en werknemer. De verscheidenheid aan verlofregelingen en de afwijkende voorwaarden en aanvraagprocedures per verlofregeling zijn niet bevorderlijk voor de toegankelijkheid en daarme benutting van deze mogelijkhedne. Wij zijn er van overtuigd dat een versimpeling van deze regelingen uiteindelijk een gunstiger effect heeft op de arbeidsmarktparticipatie.

 

Financiering

In de tweede plaats bepleiten we een nadrukkelijke overheidsverantwoordelijkheid in de financiering van de regelingen. Er zijn onlangs aanzienlijke stappen genomen wat betreft de bijdrage van werkgevers. Het kabinet heeft immers recent het volledig betaald (door de werkgever) partnerverlof verlengd van twee naar vijf dagen. Daarnaast bestaat er voor partners sinds 1 juli 2020 de mogelijkheid om vijf weken aanvullend verlof op te nemen met doorbetaling van 70 procent van het salaris. Dit wordt gefinancierd uit een werkgeverspremie (de Aof-premie). De implementatie van de Europese richtlijn leidt daarbovenop tot een flinke lastenverzwaring voor werkgevers: de kosten worden voor twee derde betaald door werkgevers (uit de Aof-premie). Terwijl het hier gaat om een maatschappelijk belang met maatschappelijke baten. 

Het belang van betaald ouderschapsverlof wordt door ons onderkend en geaccepteerd, maar de financiering moet ook breed gedragen en gedeeld worden. Lasten horen niet vooral bij de werkgever terecht te komen. Een verantwoordelijkheid valt vanuit het algemeen belang met het oog op maatschappelijke en budgettaire inverdieneffecten (e.g. hogere arbeidsparticipatie van vrouwen) en substitutie-effecten (e.g. besparingen op volledige dagopvang in het eerste jaar) te rechtvaardigen.

 

Tot slot

Wij pleiten daarom voor het integreren van een aantal verlofregelingen conform SER advies in één regeling ouderschapsverlof van 26 weken. De 9 weken betaald ouderschapsverlof zijn een gegeven volgens de Europese richtlijn, echter dienen deze gefinancierd te worden uit algemene middelen. We zouden hiermee een meer eigentijdse, geëmancipeerde en eenvoudigere regeling tot stand kunnen brengen. Dit zorgt voor een groter maatschappelijk draagvlak en betere benutting van de regelingen.

Hoogachtend,

 

Mw. G. Dolsma,
Plv. Directeur Beleid VNO-NCW en MKB-Nederland